Volgens het doelstellingenprogramma krijgt elke wijk een wijkontwikkelingsplan in de vorm die past bij de wijk.
Volgens het doelstellingenprogramma krijgt elke wijk een wijkontwikkelingsplan in de vorm die past bij de wijk. Dit houdt in dat voor sommige wijken het plan eenvoudig is terwijl het voor andere wijken een programma op meerdere terreinen bevat. Positieve kenmerken in de wijken blijven behouden en worden daar waar mogelijk versterkt. Negatieve zaken in de wijken worden aangepakt.
Dit alles moet er toe leiden dat in 2026 er voor alle wijken een wijkontwikkelingsplan is met een daaraan gekoppeld uitvoeringsprogramma dat past bij de kenmerken van de wijk.
De afgelopen jaren zijn er al drie wijkontwikkelingsplannen gemaakt. Namelijk voor de wijken Braakhuizen-Zuid, Skandia-Hulst en Mierlo Zuidoost. Wijkontwikkelingsplannen die alle drie verschillend van aard zijn. Een behoorlijk aantal punten uit de programma’s voor Braakhuizen-Zuid en Skandia-Hulst zijn al in uitgevoerd of in uitvoering genomen. Voor Mierlo Zuidoost is een projectplan opgesteld.
“Waar het nog aan schort is de communicatie naar de wijken over wat we met het wijkontwikkelingsplan doen en al gedaan hebben”, zo vertelt Wethouder Stravers. “Daardoor krijgen inwoners het beeld dat er niets gebeurd en dat is jammer. Hier moeten we onszelf sterk verbeteren.”
In de aanloop naar de meerjarenbegroting 2023 – 2026. Wordt nu een plan opgesteld om er voor te zorgen dat we in 2026 voor alle wijken in onze gemeente een wijkontwikkelingsplan hebben. Wanneer uw wijk aan de beurt is zal afhangen van de middelen die door de gemeenteraad in de begroting ter beschikking worden gesteld.
“Als het aan mij ligt gaan we in 2023 snel van start en worden alle plannen bottom-up gemaakt met de inwoners uit de wijk en niet top-down vanuit het gemeentehuis.”, geeft Frans Stravers aan. Volgens de DGG-wethouder is het streven dat de inwoners de bottom-up benadering minimaal een 7,5 geven.
DGG vindt dat bij wijkontwikkelingsplannen de nadruk niet moet liggen op vastgoed-ontwikkeling maar juist op sociale verbondenheid. Het is van belang dat mensen elkaar weer leren kennen in de wijk, samen activiteiten organiseren en oog voor elkaar hebben. Versterking van wijkbudgetten, die in overleg met de bewoners van de wijken ingezet worden, hoort hierbij!
DGG is altijd voorstander geweest van buurtsupermarkten en voorzieningen in de wijken. Iedere wijk heeft een ontmoetingsplaats (wijkgebouw) nodig voor alle bewoners om inhoud te geven aan de sociale cohesie. Daarnaast moet er in iedere wijk een hoog voorzieningenniveau zijn.
In de wijkontwikkelingsplannen moet duidelijk aandacht besteed worden aan de voorzieningen in de wijken. Denk hierbij aan maatregelen om verpaupering van de woonomgeving te voorkomen en om de fysieke voorzieningen op peil te houden. Maar het betekent ook dat andere voorzieningen, zoals het al genoemde wijkgebouw, eerstelijns zorg, maatschappelijk werk, ouderenwerk, scholen, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, etc., in de wijken aanwezig zijn.